Afgelopen weken hebben we bij waarnemingen in diverse percelen en potten pas uitgekomen kleine larven gevonden. Deze larven zijn slechts 3-4 mm groot. Ze zijn doorzichtig omdat ze nog weinig eiwit bevatten, bruinig van kleur en beweeglijk.
Deze jonge larven komen zo laat in het jaar uit doordat de taxuskever in warme en droge zomers de ei-afzet lijkt uit te stellen. De larven gaan, ook bij strenge vorst, niet dood. Ze maken een stofje dat bevriezing voorkomt.
Het duurt komend jaar tot laat in de zomer tot deze, nu jonge, larven verpoppen. We kunnen daarom in 2023 laat in nazomer of najaar verse kevers verwachten, die op hun beurt ook weer voor laat afgezette eieren zorgen. Zo schuift de levenscyclus als gevolg van warme zomers op, en wordt dus anders dan we uit het verleden gewend zijn.
Juiste behandeltijdstip anders dan voorheen
Vroeger vonden we al vanaf eind juli larven van taxuskever. Nu is dat na warme zomers een stuk later. Daarom is het advies om aaltjes in te zetten verschoven naar eind september of oktober.
De aaltjes blijven tot laat in het najaar actief en kunnen de nieuw uitgekomen larven ook nu nog opruimen.
Doordat we werken met meerdere soorten nematoden, met elk hun specifieke temperatuurbereik, kan met één toepassing later in het najaar worden volstaan.
Ook bij lage temperaturen nog effectief
In kassen is de pottemperatuur ongeveer 12 graden en is het advies om de mix van Heterorhabditis bacteriophora en Steinernema feltiae te gebruiken.
Buiten zakken pot- en bodemtemperatuur waarschijnlijk wel weg met de komende koude dagen.
Daarvoor wordt het advies om de koudemix te gebruiken, met Steinernema feltiae en Heterorhabditis downesi. Dit laatste aaltje kan tot laat in het jaar z’n werk doen, tot 5 graden grondtemperatuur.
Taxuskeverlarven die door aaltjes geïnfecteerd zijn bewegen niet meer en voelen slap aan. Geïnfecteerde larven verkleuren na verloop van 3-4 weken roodbruin.
Lange nawerking
De werking van de nematoden houdt bij heel lage bodemtemperaturen tijdelijk op, doordat de aaltjes dan minder actief zijn. Ze kunnen echter wel overleven in de grond. Bij oplopende grondtemperatuur en bij goed vochtige grond in het voorjaar zien we vaak taxuskeverlarven alsnog dood gaan door de najaarstoepassing. Een lange nawerking dus!
Geïnfecteerde larven (rood/bruin) en gezonde larve (wit)