Vruchtgroententeelt onder glas maakt al jaren gebruik van biologische bestrijders en van bestuivers.
Omdat de teelt los van de ondergrond plaats vindt betreft dat voornamelijk biologische vijanden tegen bovengrondse plagen.
In de biologische vruchtgroententeelt wordt in de kasgrond gekweekt. Daarmee komen bodemplagen zoals wortelduizendpoot, bijna vergeten door de teelt op substraat, als schadelijk naar voren. Voor een biologisch evenwicht wordt vaak organisch materiaal in de grond gebracht. Dat brengt specifieke problematiek met zich mee, zoals een toename van o.a. miljoenpoten en pissebedden.
In de groenteteelt in de vollegrond nemen door het smaller wordende middelenpakket de problemen met bodemplagen toe. Emelten, slawortelboorder, ritnaalden en naaktslakken zorgen voor schade.
Biocontrole biedt maatwerk als het gaat om de bestrijding van deze specifieke plagen, en om planten snel aan de wortel te brengen. In het geval van bodeminsecten worden de plagen en hun stadia goed geïnventariseerd en wordt per situatie bepaald wat de beste bestrijdingsmethode is. Vaak maken we mixen van nematoden tegen de bodemplagen die maatwerk zijn voor zowel plaaginsect als het stadium dat voorkomt.